Building Information Modelling (BIM) is één van de belangrijkste ontwikkelingen in de bouwsector. Behalve dat het een belangrijk onderdeel is van digitalisatie van het bouwproces, heeft BIM ook raakvlakken met andere trends en ontwikkelingen in de bouw. Het gebruik van BIM maakt bijvoorbeeld het bouwen van steeds complexere gebouwen, snelle duurzaamheidsberekeningen en het gebruik van prefabricatie en het reduceren van faalkosten mogelijk en makkelijker. Als centraal element heeft BIM zo de mogelijkheid de bouw werkelijk te veranderen.
Veranderingen in de bouwsector nemen doorgaans echter eerder de vorm aan van gestage evolutie dan van snelle revolutie, en dat geldt ook in het geval van BIM. We hebben dat bijvoorbeeld eerder gezien in de trage adoptie van BIM onder architecten sinds onze metingen begonnen in 2009. Desalniettemin is BIM gebruik gestaag gegroeid, en in 2021 maakte 44% van de Europese architecten al gebruik van BIM.
Nu een substantieel deel van architecten al BIM gebruikt, rijst de vraag in hoeverre BIM ook wordt opgepakt door partijen die pas later in het bouwproces betrokken zijn, zoals installateurs. Voor de European Mechanical Installation Monitor van USP Marketing Consultancy vroegen we w-installateurs uit zes Europese landen naar hun bekendheid met, en adoptie en gebruik van BIM.
BIM-gebruik onder w-installateurs groeit maar langzaam
Hoewel het percentage Europese installateurs dat afweet van BIM snel stijgt, groeit het aantal dat er ook gebruik van maakt maar erg traag. Dit lage gebruik en trage adoptiegraad doet denken aan waar architecten zich een decennium geleden bevonden, en is vrij makkelijk te verklaren. Voor architecten, die meestal sowieso design software gebruiken, heeft BIM een directe meerwaarde door bijvoorbeeld de extra ontwerpinformatie en directe clash-controle. Installateurs werken vaak op een wat traditioneler manier en gebruiken nog tekeningen. Om te beginnen met BIM moeten zij niet alleen investeren in de software, maar moeten ze ook een collega trainen of aannemen die de BIM expert van het bedrijf wordt. Zonder een directe meerwaarde is dat voor veel installatiebedrijven nog steeds een te grote investering.
In sommige gevallen weegt de directe meerwaarde echter wel op tegen de investering. Nederland is bijvoorbeeld een koploper in BIM-gebruik, waar al veel bouwprojecten met BIM worden uitgevoerd. Daardoor is het aantrekkelijker voor installatiebedrijven om ook BIM te gaan gebruiken, en bijna een kwart van de Nederlandse installateurs werken al in BIM. In de andere vijf onderzochte landen ligt het gemiddelde percentage w-installateurs die BIM gebruiken echter nog ruim onder de tien procent.
De toekomst van BIM in de installatiesector
Een vrij betrouwbare voorspelling is dat BIM-gebruik onder w-installateurs de komende jaren traag maar gestaag zal groeien. Dat adoptiepatroon over de jaren ook bij architecten gezien. De volgende groep van bouwprofessionals waaronder BIM-gebruik sneller zal gaan stijgen zijn de aannemers. Zodra BIM-gebruik onder hen wat normaler is, verwachten we dat de adoptiegraad onder w-installateurs ook sneller zal gaan stijgen, als eerste onder de grotere installatiebedrijven die vooral nieuwbouwprojecten doen.
Uiteindelijk heeft BIM aan w-installateurs hetzelfde te bieden als aan andere partijen in het bouwproces. Zij willen immers ook faalkosten reduceren en hebben ook steeds meer te maken met duurzaamheidsberekeningen, prefabricatie en steeds complexere installaties in steeds complexere gebouwen. Er ligt dus een enorm potentieel in het gebruik van BIM dat de meeste w-installateurs nog niet ervaren hebben maar dat ze in de toekomst zullen ontdekken en gaan gebruiken. Voor meer informatie over BIM-gebruik onder w-installateurs in zes belangrijke Europese markten, en over hun omzetontwikkelingen en orderportefeuilles, verwijzen we naar het Q1 2022 rapport van de European Mechanical Installation Monitor van USP Marketing Consultancy.